Koud! Ik heb het zo koud. Mijn tanden klapperen en mijn neus is gevoelloos geworden. Ondanks mijn slaapzak-geschikt-voor-min-tien, een wollen pyjama, twee truien en een extra deken voel ik de rillingen over mijn lijf als er weer een windvlaagje, langs mijn gezicht, over de huid in mijn hals glijdt. Het is al ver voorbij middernacht en ik moet plassen. Vocht en dauw hebben mijn kussen nat gemaakt. Ik open mijn ogen. Aan de onderkant van het dunne zeiltje wat over me heen is gespannen, kruipt naaktslak. Is dit de hel?
Bushcraft
Afgelopen weekend was het eindelijk zover: om me goed te kunnen inleven in mijn hoofdpersoon Kaat, die alles weet van survivallen, ging ik een weekend bushcraften. Vuur maken, navigeren met een kompas en een shelter bouwen. Die shelter, gemaakt van een tarp, een lijn en een paar zelf gesneden haringen, was gemaakt om in te slapen. Ik ging ervoor, ook al keek ik er tegenop.
Ik rits mijn slaapzak open, stopt mijn voeten in mijn schoenen en sluip door het donker om een plekje te vinden waar ik kan plassen. Boven me stralen de schitterende sterren, omlijst door hoge dennenbomen. Een klap in mijn gezicht. Op ooghoogte hangt een tak die zojuist een pijnlijke afdruk in mijn voorhoofd heeft gemaakt. Ik zie niet waar ik mijn voeten zet. Had ik die hoofdlamp toch maar meegenomen. Snel doe ik wat ik moet doen en kruip mijn slaapzak weer in. Ik staar naar de lucht. Het is eigenlijk prachtig. De korte wandeling heeft mijn hartslag weer even opgehoogd en mijn lijf warmt langzaam op.
Spinnen en zwijnen
Het terrein waar de docent, de groep en ik mochten wild kamperen voelde veilig, vredig zelfs. Dicht bij de bewoonde wereld, maar weids genoeg om de natuur overal om je heen te ervaren. De zon had de hele dag heerlijk geschenen aan een heldere hemel. Diezelfde hemel zorgde ervoor dat de temperatuur ’s nachts zou dalen tot zo’n 2 graden. Dat was zo koud dat ik eigenlijk helemaal niet bang zou zijn voor spinnen. De zwijnen die we in de schemering op ons pad zagen lopen, met hun prachtig gestreepte kleintjes, zouden achter het wildrooster blijven. Overdag had ik vuur gemaakt, met enkel een firestick en alleen maar natgeregend hout, en ik had met een kompas het bos doorkruist. Ik had een topdag gehad.
Langzaam doezel ik in. Misschien is dit niet de hel, maar juist de hemel. Ik voel me veilig, vredig en voldaan. Eén met de natuur. Een holbewoner, een bosjesvrouw, een overlever. En ik voel me trots. Weer word ik wakker van een windvlaagje dat mijn slaapzak inkruipt. Misschien had ik twee andere bomen moeten kiezen om mijn hut tussen te bouwen. Ik blijf de rest van de nacht wakker en geniet, want ik doe dit gewoon. Ik doe dit!
Nieuwe thriller
Volgende week ga ik beginnen met het schrijven van mijn nieuwe thriller over Kaat. De outline van het verhaal is klaar, de personages zijn in de afgelopen maanden gaan leven en de belangrijkste research is afgerond. Ik ben blij dat het bushcraft weekend achter de rug is, maar wat was het geweldig! En Kaat, mijn hoofdpersoon, die gaat het een stuk zwaarder krijgen dan ik. Dat kan ik alvast verklappen.